St. Norbertusparochie

Impressie

Ruimtelijke context

Centraal in de nieuwe woonwijk Gennep-Zuid, die in de jaren tachtig verrees op de Gennepse heide, ligt het in geometrische motieven beklinkerde Norbertusplein. Aan de zuidzijde van het plein liggen het buurthuis ‘Vanons’ en de Norbertuskerk. Met name de Norbertuskerk trekt met zijn silhouet de aandacht en vormt de architectonische afsluiting van het plein. Aan de achterzijde van de kerk begint een klein bosgebied. De Langeweg slingert vanaf het Norbertusplein langs de kerk.

Type

Bakstenen kruiskerk met toren naast het schip. De kerk heeft een axiaal bankenplan.

Exterieur

Gelegen aan het Norbertusplein trekt de Norbertuskerk door haar plastische vormgeving direct de aandacht en beheerst zij, zonder enige zweem van pompeusheid, de ruimte. De kerk is opgetrokken in rode baksteen die in wild verband is gemetseld en platvol gevoegd is. Op de hoeken van de toren en de daken van de kerkzaal is beton toegepast. De hoofdingang ligt aan het Norbertusplein en wordt gevormd door een dubbele glazen deur, die door twee grote ramen geflankeerd wordt. De ingangspartij is voorzien van een plat dak evenals alle andere om de kerkzaal gegroepeerde ruimtes.

Rechts van de ingang is een aanbouw waarin een vergaderruimte is ondergebracht. Op de hoek hiervan is de hardstenen hoeksteen gemetseld. De ramen van de kerkzaal, kapellen en andere ruimtes zijn allemaal van houten kozijnen met thermopaneglas voorzien. Alle ramen zijn bovendien rechthoekig. Links van de hoofdingang staat een blokvormige uitbouw, die tevens wat hoger is dan het portaal. In dit deel van de kerk is de Mariakapel ondergebracht. Twee rechthoekige ramen zijn in de zijgevels aangebracht. Links van de Mariakapel ligt de sacristie, die eveneens twee ramen heeft. Tegen de sacristie en achter de koorpartij ligt de doopkapel, die haar daglicht ontvangt door een met witte platen beklede lichtkoker.

De kerkzaal is hoger dan omliggende compartimenten. De zijmuur van het schip bezien vanaf het Norbertusplein is blind met uitzondering van een grote langwerpige raampartij, die de overgang markeert tussen schip en koor. De twee pannendaken van het schip lopen omhoog in de richting van het koor. De dakhelling van het achterste dak is flauwer dan die van het voorste dak. De daklijst is vervaardigd uitgewapend beton en bakstenen rollagen. De zijgevel gelegen aan de Langeweg heeft meer raampartijen. Ook daar een raam op de overgang van koor en schip. Bovendien heeft het schip een trits van drie rechthoekige ramen en nog een kleiner raam. Voorts is er een van dak tot de grond doorlopende raampartij op de overgang van het lage naar het hogere deel van het schip.

Bij de achtergevel is een deur aangebracht, die als nooduitgang functioneert, met daarboven wederom een venster. De achtergevel wordt geaccentueerd door een risaliet, die geflankeerd wordt door smalle van de grond tot het dak lopende vensters. Het koor is het hoogste deel van de kerkzaal, hetgeen door het steile lessenaardak beklemtoond wordt. Een reeks ramen onder de dakrand bij de overgang naar het schip verzorgt het koor van indirect licht.

De toren staat op de overgang van het brede deel en het smallere, achterste deel van de kerkzaal. Hij is iets hoger dan het dak van het priesterkoor. Aan de voorzijde heeft hij een ‘sleutelgat’ in wiens ronding de wijzerplaat van het uurwerk is gemonteerd. Boven de wijzerplaat is een ijzeren kruis bevestigd. Zijkanten en achterzijde zijn open zodat de klokken zichtbaar zijn. De toren heeft een naar achteren aflopend lessenaardak dat met pannen is afgedekt.

Interieur

De hall vormt de verbinding met de vergaderzaal (rechts) en de devotiekapel (links). In de hall is links van de ingang een herdenkingsplaquette gemonteerd. Een dubbele houten deur geflankeerd door twee vensters geeft toegang tot de kerkzaal. De wanden van de zaal zijn net als de buitenmuren in rode baksteen opgetrokken als schoon metselwerk. Op de vloeren van het schip, de hall en de devotiekapel is een fijnkorrelige kiezel-lijmlaag aangebracht. Op het koor en in de doopkapel liggen echter keramische tegels. Het schip valt uiteen in een breed en een smaller stuk. Beide delen kunnen van elkaar gescheiden worden door een ingenieus weggewerkte zwarthouten vouwwand. Deze gaat schuil in een nis onder de toren.

De dakconstructie is in het zicht gelaten en bestaat uit op hun kopse kant geplaatste houten balken die in de muren rusten of op betonnen balken. Tussen de balken liggen kepers, waarop platen rusten. De twee smalle vensters in de achterwand gunnen een blik op de bossages achter de kerk. In de uitsparing tussen beide ramen is een biechtstoel – afkomstig uit een andere kerk – opgesteld. Aan de rechterzijde van het brede deel van het schip staan het orgel en de zangers. In de vier raampartijen zijn gebrandschilderde ramen aangebracht. Het koor verheft zich twee treden boven het vloerniveau van het schip.

Centraal op het koor staat het altaar en links van het altaar staat op een sokkel tegen de achterwand het tabernakel. In de achterwand is een doorgang gemaakt waardoor men in de rechthoekige doopkapel komt, die indirect daglicht ontvangt door een koker. De doopkapel staat in verbinding met de sacristie en de devotiekapel. De devotiekapel is een rechthoekige ruimte met gebrandschilderde ramen die de op zich eenvoudige ruimte enige sacraliteit verlenen.

(Bron: Dr A. Jacobs en Drs. A.A. Wiekart – Kerken na 1940. Inventarisatie en waardenstelling kerkelijke bouwkunst na 1940 –Roermond – Stichting Monumentenhuis Limburg, 2003).